Proeven!

Proeven, proeven, proeven!

Als sommelier, medewerker van een wijncafé, WSET student of gewoon als wijnliefhebber proef je aardig wat af in een jaar. Er zijn dagen bij dat je wel 100(!) wijnen proeft. De Wine Professional (Een wijnbeurs in de RAI, te Amsterdam) zit er weer aan te komen en dat betekend niet alleen veel handjes schudden van bekenden, maar vooral heul, heul, heul erg veel proeven.

En is dat nou echt zo moeilijk als men zegt dat het is?
Foto: Wine Professional

Laten we beginnen met het feit dat niets fout is wanneer je wijn proeft en dat het voor de liefhebber vooral draait om ‘wel of niet lekker’. Maar wanneer je bij een wat serieuzere proeverij aanschuift kan het best spannend zijn wanneer iemand (Misschien wel een professional?) aan jouw vraagt wat je van een wijn vindt. Daarom zullen we je een paar tips en tricks geven, waardoor wijn proeven ineens een stuk makkelijk wordt.

De eerste stap die je onderneemt is het bekijken van de wijn in het glas. Houd het glas boven een wit oppervlak en bepaal de intensiteit van de kleur. De kleur zelf is vaak best duidelijk (wit, rosé of rood), maar is de ‘witte’ kleur licht of donker, neigt de kleur naar iets groenig of is de kleur bijna donker geel? Of neigt de rode kleur meer naar robijn rood, donker paars of misschien zelfs bruin?


Afbeelding: magnumsandmore.com

Veel van jouw eerste indruk, kan je al helpen om de volgende stap, het ruiken, wat makkelijker te maken. Vaak geldt, hoe lichter de kleur van de wijn, hoe lichter en frisser de aroma’s zijn die je kunt ruiken.

Is een witte wijn heel licht van kleur, verwacht dan ook eerder frisse aroma’s van citrusfruit (citroen, limoen en grapefruit), wit en steenfruit als peer,  perzik en groene appels. Hoe donkerder de kleur (richting goud/geel), hoe rijper vaak de aroma’s: gele appel, abrikoos, honing en soms zelfs aroma’s van rijping in houten vaten als vanille, toast en geroosterde hazelnoten. 

Dus is een witte  wijn lichter van kleur, en wordt jouw gevraagd om de wijn te beoordelen op haar aroma’s? Noem dan een aantal van de bovenstaande aroma’s en je zit vast een eind in de goede richting.

Heeft een rode wijn een heldere, licht rode kleur? Verwacht dan vooral aroma’s van lichter, rood fruit als aardbei, rode kers en framboos. Vaak geldt, hoe donkerder de kleur, hoe donker ook het fruit dat je zult herkennen in de wijn. Denk aan braam, pruim en zwarte kers en voor rode wijnen vaak gecombineerd met indrukken van houtrijping als vanille, kokos, toast en rokerige aroma’s. Wanneer de wijn een bruine kleur heeft, komt dit meestal door flesrijping. Hierdoor ontwikkeld een (goede) rode wijn indrukken van o.a. tabak, specerijen en cederhout. Een minder goede wijn zal wellicht niet goed meer zijn naar azijn ruiken…

Het herkennen van de aroma’s van een wijn vraagt training.  Zorg er voor dat je daarom pen en papier bij de hand hebt om aantekeningen te maken. Luister aandachtig naar wat anderen van een wijn vinden. En probeer systematisch te proeven. Begin met het omschrijven van de kleur, daarna de aroma’s in de geur en begin daarna pas met proeven. Schrijf ondertussen al je bevindingen op. Zodoende wordt het uiteindelijk steeds makkelijker om geuren en smaken te leren herkennen.

Om al die geuren in een wijn los te krijgen moet je de wijn ‘walsen’. Hierbij spin je de wijn als het ware door het glas, door een draai aan het glas te geven. Oefening baart kunst, maar als je er nog niet zo goed in bent, zet het glas dan op tafel om er zeker van te zijn dat je geen wijn over de rand van het glas knoeit. Na verloop van tijd wordt je vanzelf beter in het walsen en ga je vanzelf op een echte pro lijken! Door het walsen komt er zuurstof bij de wijn en komen de aroma’s vrij, waardoor je ze beter waar kunt nemen en je ze dus beter kunt omschrijven.
Probeer de aroma’s zo accuraat mogelijk te omschrijven. Dus niet simpelweg rood fruit, maar bijvoorbeeld aardbei of framboos en van aardbei naar rijpe aardbei of zelfs aardbeien marmelade. Daag jezelf uit om zo specifiek mogelijk te zijn!

Foto: Hugo Bos (Ovino)

Dan komt het aller leukste, proeven! Neem alsjeblieft een fatsoenlijke slok. Want van zo’n klein ieniemienie slokje proef je he-le-maal niks. Laat de wijn door je mond gaan en, oefen dit misschien thuis een beetje met water (of wijn), probeer dan zuurstof via een kleine opening tussen je lippen door naar binnen te slurpen.  Geen charmant geluid (helemaal niet in een verder doodstille examen ruimte!), maar je zult de aroma’s van wijn echt beter proeven, belooft!

Zodra je de wijn hebt uitgespuugd (of niet…), sluit je je ogen voor een paar seconden en probeer je je te concentreren op wat er allemaal in je mond gebeurt.

Het is van belang om te begrijpen wat voor een reacties er plaats vinden in je mond bij het proeven van wijn. Maak je bijvoorbeeld veel speeksel aan bij je wangen? Dan heeft de wijn veel zuren en geeft daardoor vaak een frisse indruk. Deze frisse indruk kun je vaak linken aan de frisse aroma’s de je eerder opmerkte in de geur. Krijg je droog tandvlees en een droge tong? Dan heeft de (meestal rode) wijn (veel) tannine, een stof die van nature op de schillen, pitjes en steeltjes aanwezig is van de druif. En aangezien rode wijnen met schil en al vergist worden, neemt de wijn behalve de kleur, ook de tannine over en krijgt ze een droger mondgevoel. En het meest besproken onderwerp bij het proeven van wijn is misschien wel de afdronk. De lengte van de afdronk bepaald hoe lang je de aroma’s van de wijn nog blijft proeven, nadat je de wijn hebt uitgespuugd/doorgeslikt.

Uiteindelijk heeft een heel goede wijn (Of oustanding zoals ze bij WSET zeggen), een goede balans tussen alle indrukken die we hierboven hebben opgenoemd.  Frisse fruit aroma’s, ondersteunt door indrukken van bijvoorbeeld hout en/of fles rijping, mooie zuren, maar met voldoende body en zachte tannine en een lange afdronk.

Terwijl ik dit stuk typ, proef ik een wijn die het schrijven van een goede proefnotitie wel waard is, so here we go:

In het glas een donkere, robijn rode kleur, met iets een paarse rand. De neus is behoorlijk uitgesproken en toont aroma’s van zeer rijpe zwarte kers, braam en aardbei, oregano en lavendel. Indrukken van houtrijping als toast, vanille en ceder een duidelijke aardse toets. In de smaak is het een zeer volle, krachtige rode wijn, met goede zuren voor de balans, maar nog wat onrijpe, droge tannine, welke na verloop van tijd zullen afbouwen. De afdronk is indrukwekkend lang. Absoluut een zeer goede wijn, welke met enkele jaren flesrijping, dankzij de body, zuren en tannine structuur, nog verder zal ontwikkelen.

De wijn? Domaine Tempier, Bandol Rouge 2014. Een blend van Mourvèdre, Cinsault en Carignan uit de Provence, zuid Frankrijk.

Het bijwonen van grote proeverijen is hard werken! Niet zozeer fysiek, maar wel mentaal. Je probeert continu te begrijpen wat je ruikt en proeft, je bent heel de dag super geconcentreerd en ondertussen krijg je, ook al spuug je alles uit, toch alcohol binnen. Ik probeer daarom de avond voor een grote proeverij juist geen alcohol te drinken (Yeah right...) en op tijd naar bed te gaan, om zo de dag er na zoveel mogelijk wijnen accuraat te kunnen proeven. Maar voor ieder mens zit er natuurlijk een grens aan de hoeveel smaken die je na verloop van tijd nog kunt onderscheiden.

Onthoud alsjeblieft dat niets fout is bij het proeven van wijn, want het is heel persoonlijk. Wees niet bang om vragen te stellen, want daar leer je alleen maar van en bovenal geniet van al dat lekkere sticky icky nom nom grape juice!

Oh, en maak  alsjeblieft gebruik van de spittoons, ze staan er met een reden, want niets is zo beschamend als lallend en zwalkend de deur uitlopen na een mooie proeverij!
 
Ook beter leren proeven? Neem dan een wijncursus van WinestaBram of neem plaats bij een van de vele proeverijen die WinestaBram organiseert!

Share by: